Verontreiniging in water:

 

Natuurlijk water bevat vijf hoofdklassen van verontreinigingen die ook in kraanwater voorkomen.

Anorganische ionen


Anorganische ionen die gewoonlijk in leidingwater aanwezig zijn, zijn kationen, zoals natrium, calcium, magnesium of ijzer, en anionen, zoals bicarbonaat, chloride en sulfaat. Afhankelijk van de waterbron kunnen vele andere ionen aanwezig zijn. Anorganische ionen, zelfs op sporenniveaus, kunnen zowel organische als biochemische reacties beïnvloeden door als katalysatoren te werken.

Biologische producten


Opgeloste organische moleculen die aanwezig zijn in leidingwater zijn voornamelijk van biologische oorsprong. Moleculen zoals humuszuren, tannines en lignine zijn de bijproducten van het verval van planten. Door de mens gemaakte verontreinigingen kunnen echter worden ingebracht door de leidingen die het water vervoeren. PVC-buizen kunnen bijvoorbeeld hun ftalaat-esters-weekmakers in het water lekken. Opgeloste organische stoffen kunnen biologische experimenten zoals celcultuur beïnvloeden en analytische technieken verstoren. Zelfs matige organische verontreiniging die aanwezig is in water dat wordt gebruikt om vloeibare chromatografie-eluenten te bereiden, kan instabiliteit van de basislijn veroorzaken en de gevoeligheid en resolutie verminderen, waardoor de levensduur van de chromatografiekolom wordt verkort.


Deeltjes en colloïden


Natuurlijk water bevat meestal zachte deeltjes (plantaardig afval) en harde deeltjes (zand, steen) evenals colloïden die de werking van het instrument kunnen verstoren.


Bacteriën en hun bijproducten


Bacteriën vervuilen natuurlijk water, vooral oppervlaktewater. Het chloreringsproces zorgt ervoor dat schadelijke bacteriën worden verwijderd, maar kraanwater bevat nog steeds levende micro-organismen. Bacteriën kunnen verschillende problemen veroorzaken in laboratoriumexperimenten, hetzij rechtstreeks, hetzij via hun bijproducten, zoals pyrogenen, nucleasen of alkalische fosfatase.

Gassen:


Natuurlijk water bevat opgeloste gassen zoals stikstof, zuurstof en koolstofdioxide. De zuurstofconcentratie kan specifieke biochemische reacties beïnvloeden en stikstof kan bellen vormen die schadelijk zijn voor processen zoals het tellen van deeltjes of spectrofotometrische metingen.